Gebruik je een fietsendrager die het originele kenteken van je auto (deels) afdekt? Dan ben je wettelijk verplicht om een extra kentekenplaat op de drager te bevestigen. In dit artikel lees je wanneer dat nodig is, hoe je dat doet en waar je op moet letten bij de montage. Zo ga je veilig én volgens de regels de weg op.
Wanneer is een extra kentekenplaat verplicht?
Zodra de fietsendrager (deels) het originele kenteken van je auto onzichtbaar maakt, moet je een duplicaatplaat plaatsen. Dat is bijvoorbeeld bijna altijd het geval bij trekhaak-fietsendragers, zeker als je meerdere fietsen vervoert of een groot frame hebt.
Welke kentekenplaat is verplicht?
In Nederland ben je verplicht om een witte kentekenplaat met zwarte letters te voeren op je fietsendrager. Dit is géén doe-het-zelfplaat, maar een officiële plaat die je aanvraagt via een RDW-erkende leverancier. De plaat moet identiek zijn aan je originele kenteken. Meer daarover lees je in ons artikel over kentekenplaten op fietsendragers.
Hoe bevestig je de kentekenplaat?
- In een kentekenplaathouder – Veel fietsendragers hebben hiervoor een speciaal vak. Klik de plaat stevig vast.
- Met schroeven of clips – Bij sommige dragers kun je de plaat vastzetten met schroefjes of klembeugels.
- Niet met tape! – Een geplakte plaat is onveilig en voldoet niet aan de eisen.
Extra tips voor onderweg
- Controleer voor vertrek of de plaat volledig zichtbaar is, ook bij een schuin beladen drager.
- Gebruik een drager met ingebouwde verlichting om zichtbaar te blijven bij slecht weer of in het donker.
- Neem eventueel een extra kentekenplaat mee op vakantie als reserve.
Conclusie
Een witte kentekenplaat is verplicht zodra je fietsendrager het originele kenteken bedekt. Zorg dat je een officiële duplicaatplaat hebt, plaats hem stevig in een houder en controleer de zichtbaarheid onderweg.